Stel je voor: een eetbaar park, waar je kunt ontspannen, al dan niet onder genot van een vers geplukte bes of noot. Dat is een voedselbos: een tuin of landschap opgezet als een natuurlijk ecosysteem, maar gericht op productie van voedsel en andere voor de mens bruikbare producten. Een goed functionerend voedselbos kan een aanzienlijke opbrengst per hectare opleveren. En het mooiste is: zonder fossiele brandstoffen, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en intensieve grondbewerking die de huidige voedselproductie kenmerkt. Maar het voedselbos is meer dan een alternatieve vorm van landbouw. In haar biologische en ruimtelijke verscheidenheid vormt zij ook een verrijking van het eentonige stedelijk en randstedelijk groen, dat door bezuinigingen steeds meer een monocultuur is. Haar functioneren als ecosysteem, met alle verhalen en principes die daarover te vertellen zijn, maakt een voedselbos bovendien een omgeving waar je kunt leren over én van de natuur.
Een voedselbos is gemaakt door de mens en voor de mens. In het voedselbos zijn bomen, struiken en planten verzameld, die gekozen zijn vanwege hun nut voor het systeem én voor de mens. En in het bijzonder vanwege hun productiviteit. Die uitgekiende verzameling omvat zowel natuurlijke als gecultiveerde en zowel inheemse als uitheemse soorten. Daarbij wordt niet zomaar van alles bij elkaar gezet, maar zorgvuldig gekeken naar hoe de soorten passen in het voedselbos-ecosysteem. Er worden vaak soorten gekozen die verwant zijn aan inheemse soorten of die in soortgelijke klimaatomstandigheden groeien, bijvoorbeeld delen van Noord-Amerika, Korea, China en Japan.
Een voedselbos is een samenwerking tussen mens en natuur, gebaseerd op grote kennis van ecologie en botanie en op observatie van het systeem terwijl het groeit en zich ontwikkelt. Het is ook een inspirerend model voor hoe we onze samenleving kunnen inrichten als levend systeem, waarin onderdelen organisch samenwerken en elkaar aanvullen.
De kenmerken van een voedselbos
- Opbouw in lagen
Het voedselbos gebruikt de ordenende principes van een natuurlijk ecosysteem. Het is dus meer dan een bos met wat eetbare planten erin, het gaat erom te tuinieren zoals een bos dat doet. Beheersfuncties zoals zaaien, onkruidbestrijding, plaagbestrijding en snoeien worden door onder meer de juiste plaatsing van bomen, struiken en planten aan het systeem zelf overgelaten. Het resultaat in ons klimaat is een halfopen bos of bosrandbeplanting in verschillende lagen van kruin tot bodem. In landbouwtermen is het voedselbos een meerjarige polycultuur, dat wil zeggen: een combinatie van naast en door elkaar geplante gewassen die meerjarig zijn of zichzelf steeds opnieuw uitzaaien. De beplanting kan uit tot wel zeven lagen bestaan uit: 1) kruinlaag (grote bomen), 2) kleine bomen, 3) struiken, 4) kruidlaag, 5) bodembedekkers, 6) wortelgewassen en 7) klimmers (de ‘verticale’ laag). Ook paddenstoelen en dieren spelen een rol.
- Soorten ondersteunen en vullen elkaar aan
De soorten in de verschillende lagen zijn zo geplant dat ze elkaar ondersteunen en aanvullen. Door alle verschillen (diversiteit) vindt elk gewas zijn ideale groeiplaats, waar het bovendien optimaal bijdraagt aan het geheel.
Zo trekken kruiden onder een fruitboom bijvoorbeeld bijen en andere bestuivende insecten aan als ze bloeien. Hun geur brengt fruitvliegjes in de war zodat ze het rijpe fruit niet aanvreten. En door een fruitboom aan de zuidzijde van een grote boom te planten staat hij zowel zonnig als beschermd tegen nachtvorst. De onderdelen van het voedselbos hebben kortom meerdere functies: voedselproductie, maar ook bemesting, plaagbeheer, bodembedekker, beschutting tegen zon, wind en/of koude.
- Bodemleven speelt essentiële rol
In het voedselbos speelt de bodem een essentiële rol in de samenwerking tussen de planten, struiken en bomen. Een vruchtbare bodem heeft een rijk bodemleven met allerlei kleine beestjes, bacteriën en schimmels die afstervend blad en dode dieren omzetten in voedingsstoffen voor de gewassen. De organische stof die daardoor in de bodem komt houdt vocht vast. De wortels van gewassen en beestjes zoals wormen en mollen houden ook de bodem luchtig en meer doorlatend, wat goed is voor het gehele bodemleven.
Ook hier geldt dat veel onderdelen meerdere functies vervullen en samenwerken. Daarom staan diep wortelende planten naast oppervlakkig wortelende planten: zij vullen elkaar aan en gebruiken gezamenlijk de beschikbare ruimte en grondstoffen zo goed mogelijk. De planten met diepe wortels halen namelijk voedingstoffen dieper uit de grond. Als ze hun blad laten vallen worden deze voedingsstoffen weer beschikbaar voor hun minder diepgewortelde buren. Ook het binden van de essentiële meststof stikstof in de wortels gebeurt in samenwerking met bacteriën.
- Schimmels verbinden
Een bijzondere rol in het samenwerkende voedselbos-ecosysteem is weggelegd voor de schimmels. Ze vormen netwerken die zich over kilometers kunnen uitstrekken en waarlangs informatie, water en voedsel wordt verspreid. Dankzij schimmels kunnen bomen voeding delen en elkaar waarschuwen als een ziekte of plaag één van hen aantast.
Bomen en struiken gaan een symbiotische relatie aan met schimmels, door hen de suikers te leveren waar ze van groeien. De schimmels verbinden zich op hun beurt met het wortelgestel en wisselen voedingsstoffen uit, soms ook met behulp van bacteriën. De verdeling richt zich op de gezondheid van het geheel en niet op het overleven van één onderdeel. Deze strategie blijkt op lange termijn het best voor alle onderdelen.